Ik ging voor de animaties van Martha Colburn naar De Hallen in Haarlem en werd geraakt door een schilderij van Dirk Skreber: twee autowrakken die zich wellustig rond een lantaarnpaal krullen. Van veraf oogt het glossy, strak, gestileerd, verstild. Dichtbij zie je spatten, vegen, verf. Paaldanseressen. Glimmend staal. Car crash. De wereld als perverse nachtclub. Geen lijk te zien. Onpersoonlijker kan nauwelijks. Soort modefoto in een tijdschrift. Misschien is het niet pervers om je hieraan te verlustigen. Althans, dan is kijken naar een bloemstilleven dat ook. Wie snijdt er bloemen af en zet ze in een vaas? Dat doen wij, we kijken naar dingen die doodgaan. Wat mooi was in De Hallen, maar wat ik niet naar bevrediging op de foto kreeg: de oude pilaren in de zaal zelf. Alsof Skreber eerst de ruimte had bekeken, en toen het schilderij had gemaakt. Op internet – op zoek naar informatie – zag ik dat Dirk Skreber gelijktijdig nog een tentoonstelling had. Dat feit maakt onrustig, alsof je na De Hallen slechts de helft gezien hebt.