De kat gaat haar autonome gang op de achtergrond.
Daarnaast vervult ze een aantal functies.
Zo geven we haar geen eten als we willen opstaan. Dan klauwt ze met haar nagels in onze gezichten. Honger is een prima alarm, net als angst. Zodra iemand het huis nadert komt ze het tuinpad opgerend, te snel om te struikelen, of misschien kun je ook nauwelijks stuikelen op vier poten, is struikelen iets menselijks, en een onwaarschijnlijkheid voor katten tenzij ze én met haar voorpoten én met haar achterpoten tegelijk…[etc]. Ondanks haar haast, haar angst, haar instinct springt ze exact van stoeptegel op stoeptegel – zorgvuldig het natte gras mijdend.
We krimpen ineen, we duiken weg, we zijn niet thuis.
We kijken geen televisie, geen internet, we oefenen de apocalyps: geen stroom, geen kraanwater, lange avonden, anarchie. De kat moet ons bezighouden, entertainen.
Vorige week hing een drone voor ons raam, de kat lag te slapen, we stonden perplex.