Ze speelt schaak met de voorwerpen in haar huis. Staat op, doet af en toe een zet. Verwijdert kleine dingen op het dressoir (Deens vlaggetje, stenen, foto’s, tekeningetjes). Schuift de groene bolle vaas een paar centimeter opzij, de rechthoekige hoge, allebei van glas. Plaatst de plant in het licht. Zet de stapel boeken op de brede leuning van de bank op tafel, week later op de vloer. De plant is gelukkiger nu, dichter bij het raam nadat ze de enorme groene bladeren zorgvuldig in de vensterbank heeft gedrapeerd, zoals ze ook shirts en shorts te drogen legt. Soms komt ze terug op een zet uit het verleden. De trolley is terug onder de televisie. Lelijkheid is haar tegenstander. De plant reikhalsde, ze zet die zetten niet zelf. Er zijn wetten.