De kortaangebonden ruk van de sleeplift, die je weliswaar verwacht, maar waarvan de heftigheid me toch verrast. Ik blijf ternauwernood rechtop, stang tussen mijn benen, drijf van haar weg, aan het einde van de wereld, de stilte is overweldigend, het geluid wil zo hoog niet komen.

Militairen in warme witte jassen klauteren in verse sneeuw en zonder oorlog omhoog.

Het landschap draagt me.

Ik sta op het dak, zadel mijn olifant.