Ruim twee maanden geleden bezocht ik Wowwowwonders in me van Anouk van Dijk. Tijdens de voorstelling riep een man uit het publiek ‘zit ik hier soms voor lul?’ nadat een danser enkele minuten zwijgend naar het publiek, ook naar hem, had zitten staren, zittend op een omgekeerde metalen emmer, temidden van 50 andere emmers. Enkele daarvan kwamen onder de stoelen van toeschouwers vandaan. Oprah Winfrey doet zoiets soms ook, autosleutels onder de stoelen van het publiek verstoppen terwijl buiten 200 auto’s staan te glimmen in de zon. Theater is slikken. Anderhalf jaar geleden gaf Anouk van Dijk een lezing over de door haar ontwikkelde countertechniek. Complexe materie, eenvoudige natuurkunde (dynamica). Als je een lichaamsdeel een bepaalde kant op beweegt, wil het hele lichaam die kant op. Een danser verkrampt of gebruikt spierspanning om dat tegen te houden. Door een ander lichaamsdeel op hetzelfde moment de andere kant op te sturen krijg je een balans die niet verkrampt is. Anouk van Dijk ging nog net geen massatraagheidsmomenten voorrekenen. Naast haar zaten dansers op de grond die regelmatig opstonden en bewegingen uitvoerden. De beweging won het van de uitleg op de powerpointslides waarmee Anouk van Dijk de countertechniek illustreerde. Dat had ze zelf ook door en regelmatig toverde ze een slide met een levensgrote smiley uit de hoge hoed. Opluchting. Meteen wist ik dat ik die smileyslide moest onthouden. Voordat ik de indruk wek dat ik de lezing bijwoonde om te bestuderen hoe Anouk van Dijk lezingen geeft, hetvolgende: ik heb een zwak voor Anouk van Dijk. Ze bedenkt een theorie, een systeem, een reflectietool – iets waarmee haar dansers kunnen nadenken over hoe een lichaam beweegt, traint, herstelt – en dat allemaal erop gericht om uiteindelijk niet te denken en in het moment te blijven. Dansen gebeurt nu. Ik wens ieder een werkgever die zo met iemands wel en wee begaan is.