Ze heeft een citroen gestolen, de allereerste keer dat ze in Noord was, ruim een jaar geleden, waarna ze een eenvoudig maal voor me kookte dat ik nog op mijn lippen proef, en vorige week een boekje, in een kringloopwinkel, Ik, robot van Isaac Asimov, een kleine nachtblauwe pocket met kleurrijk omslag, dat nu als een klein schilderijtje rechtop in de kamer staat. Daarop afgebeeld een cirkel met oogleden en wenkbrauwen aangestuurd door een soort kurkentrekker gevormd door tandwielen. Als ik mijn ogen toeknijp zie ik de maan. Op wikipedia lees ik dat Asimov 31 robotverhalen schreef, verzameld in De totale robot, alles gezegd. Ze zwenkt enigszins richting leven, merk ik, ondanks dat boekje. Sneeuw, bladeren, laplanduilen, wit raadsel. Je kunt voor iemand vallen omdat ze op je lijkt, of omdat ze totaal anders is. Of allebei.