Verrassend vaak vind je op de eerste bladzijde van een dagboek de reden voor dat dagboek, alsof het beginnen verantwoord moet worden, alsof het bijhouden van een dagboek niet de normaalste zaak van de wereld is, maar een abnormale, alsof weliswaar iets overwonnen is, maar de geest nog wankelt, en de schrijver die zijn motieven uitspreekt zichzelf hardop moed indrinkt. De eerste bladzijde van het dagboek van C.O. Jellema (1936-2003), donderdag 20 oktober 1960:

‘Wat ik nooit heb gekund ga ik van nu af aan doen: een dagboek bijhouden. Waarom? In de afgelopen twee maanden is er meer gebeurd dan in de twee jaar daarvoor. Om daarmee iets te kunnen doen moet ik alles op de voet volgen wat eruit voortkomt en dat wat al gebeurd is ontleden en opschrijven. Maar waarom ga ik dat nu pas doen? Omdat ik bewust wil leven. En waarom kan ik het nu pas? Omdat ik in zekere zin ontnuchterd ben, misschien beter ontwaakt.’ – Een web van dromen, C.O. Jellema, dagboeken 1960-2003, Querido