Ik wil erin geloven dus zit ik in een klaslokaal aan de rand van Amsterdam, met andere docenten, onder wie verrassend veel docenten huidtherapie. We bekijken een video. Een goede docent volgens studenten: enthousiast, vol passie, vol humor, niet saai, niet te snel, herhaalt veel, gaat interactief met de klas om, stelt vragen, kun je vragen aan stellen, is vakkundig. Verrast studenten niet met een toets of met wat ze moeten doen. Begint vanaf het begin. Nog voordat ik iets weet, stelt de docent zich voor met een foto met daarop haar twee kinderen en haar huis. Een medecursist vraagt naar haar leeftijd. Er wordt een uur de tijd genomen voor kennismaken, iets wat ik nooit doe, ik geloof dat ik er zelf op die manier niet wil zijn. Ik merk dat ik me verveel terwijl de stof superboeiend is. Ik krijg handouts, nog een handout, nog een handout, nog een handout en een map. De handouts zijn supermooi, ik zou willen dat ik bij mijn opleiding tijd kreeg om zulke handouts te maken (‘kantelenplan’) en zo’n map samen te stellen. Het duurt lang. Is dat mijn gevoel van sterfelijkheid dat oppopt? Sommigen zitten op een mobiele telefoon of tablet te kijken, dat vind ik niet aardig ten opzichte van de docent, maar ik ben erger, mijn geest dwaalt af. Buiten vliegen meeuwen. Het is zonnig. Zo moeten studenten zich voelen. Ik moet in mijn op te leveren documentatie een paginanummering aanhouden in de vorm van ‘pagina 2 van 8, pagina 3 van 8’ et cetera. De laatste slide: wat gaan jouw studenten merken van wat jij vandaag hebt meegemaakt/meegekregen? Ik hoop dat dit zelfbewustzijn me gaat helpen.