Het is gek om een bekende tegen te komen die je niet gezien heeft, in haar gewone doen, op de fiets, iemand die zich weliswaar niet onbespied waant, maar wel onbespied door jou. Intiem, op straat, overdag, in broad daylight. Bruce Sterling zei ooit, dat we met camera’s overal en altijd ‘aan’ er altijd en overal goed uit moeten zien. Hij zei dat jaren geleden. Die lezing is gefilmd. Ik zou de exacte woorden kunnen opzoeken. Glamorous, denk ik, we moeten er altijd en overal glamorous uitzien, zei hij. Dat idee is er al. Je kunt makkelijk tegenwerpen dat het niet nodig is om er altijd en overal goed uit te zien maar daar gaat Sterlings idee niet over. Naar mijn mening is elke mening een idee, een beeld dat je kunt ontwikkelen, en uitontwikkelen (ideeontwikkeling), geen absolute waarheid: ‘Plato had geen ideeën’. ‘Er is altijd een camera die naar je kijkt’. ‘Ik voel me niet fijn als ik mezelf op internet tegenkom’. Gisteren kwam ik mezelf tegen op internet. Ik waande me onbespied. Hoe kom je op nieuwe ideeën? Je kopieert een gedachte. Je combineert. Je verandert een woord, een letter, een bijzin. Je geheugen is niet perfect, je verlangen is te groot, of per ongeluk volgt iets op iets. Plots heb je in plaats van kopie, kopij. Plots zie je een patroon. Je wilt niet acteren maar je moet. – publiek fotoalbum, Volksopera, Tuindorp Oostzaan