Ik was voor de tweede keer in een voetbalstadion. 6. Voorafgaand aan de wedstrijd kreeg Luis Suarez twee voetbalschoenen voor de 100 goals die hij had gemaakt voor Ajax. Die kunnen naast het vergulde babyschoentje op de schouw. 7. Met een verse baby liep hij naar de middenstip. Het ingebakerde meisje – zorgvuldig in de armen geklemd – droeg een ajax-shirtje (alwetende verteller). Suarez toonde de baby, liep naar de rand van het veld, daalde af in de catacomben, sprintte met lege handen het veld weer op zodat hij precies op tijd was voor de aftrap. 8. Vlak achter de goal verschenen drie meisjes met een koffiekar. Ze schonken koffie aan ieder die daar zat. De drie wierpen geen blik op de grasmat, ook niet toen ze weggingen, terwijl daar juist een vrije trap genomen werd. 9. Een steward in rode jas, een meisje uit Amsterdam Zuidoost, kreeg van Randstad Uitzendbureau 8 euro per uur om met haar rug naar het veld te zitten. Ze werkte die avond van zes tot elf. 10. Ze wist ook niet waarom na afloop geen 50 ballen het publiek ingetrapt werden hoewel de stadionspeaker dit beloofde – ‘Bij elke gewonnen thuiswedstrijd. Namens de sponsor.’ – en hoewel wij daar op wachtten. Dit vormde een teleurstelling. 11. Bij de muil van de ondergrondse garage en bij de parkeerautomaten stonden frisse jonge mensen behulpzaam parkeertickets aan te reiken en op knoppen te duwen. Ze stonden bij elke ingang, bij elk apparaat. En weer toen we weggingen. Hemelse logistiek op zo’n avond. 12. Efficiënte liturgie. Dienende ballenjongens en warmlopen langs de zijlijn. Groene magische grasmat. Gezang.