Een theaterdocent vertelt dat publiek in de eerste seconde besluit of het de spreker serieus neemt. Kan ik haar serieus nemen of is het feit dat ik me dat afvraag bewijs van het tegendeel? En gaat die seconde in zodra de spreker begint te spreken of is het oordeel al geveld op het moment dat je hem of haar ziet? Op het moment zelf stel ik nooit vragen. Ze komen dan niet op – trage tulpen.

Huid tonen maakt sympathiek, vertelt ze. Ze toont huid. En op papier? Een boek moet een baksteen zijn die door een ruit wordt gesmeten van het vanzelfsprekende, zegt een schrijver op de radio. Dit is een opgewonden man, zijn woorden bulderen na als vetkwabben aan een lijf. Een stem kun je ook tot zwijgen brengen, spreek ik mezelf moed in.

Schrijven gaat over een teveel, over schrappen. Je wil een arm niet 11 minuten omhoog houden, laat staan 10.000 uur, negen jaar. Feitelijk, en dat zie ik nu, heeft advies het beste met je voor. Het wil verwachtingen temperen. Dromen stukslaan. Amerika is niet ontdekt, het was er al. Dat is het leermoment.