‘The new reality’ was a phrase that kept coming up in those early weeks: people used it to describe my situation as though it might represent a kind of progress. […] A plate falls to the floor: the new reality is that it is broken.– Rachel Cusk, Aftermath

Je verschuilt je achter je boekenkast. De verhouding extern (quotes, nonfictie van buitenaf) is in disbalans met intern (de ik en haar belevingen). Die citaten vind ik veel te lang. Ik lees een stuk, kom ik aan het einde, blijkt het een citaat, dat stelt teleur. Citaten leiden af. Ik wil mee met het poppetje. Wat is de lijn, het verhaal? Intellectualistische benadering van verlies, liefde, leven, ik verstopt zich achter muur van boeken en gedachten. Ik is onmogelijk persoon om mee samen te leven. Geen wonder dat ex wegloopt. En wie is ze eigenlijk, ze blijft een geest, die ex. Ik mis het banale. Ik mis contrast. Rook ze bijvoorbeeld lekker? Teveel essay, ik wil door kunnen lezen.

[In een groep schrijven voelt als een panelgesprek tussen consumenten bij de introductie van een nieuw product, een wasmiddel… ik vind, ik vind, ik vind. De reacties versterken elkaar, als er één losgaat gaan meerderen los, het voelt als groepstherapie, en dan thuis tussen het aangespoelde wrakhout oppikken wat hout snijdt.]

[De opluchting, dat iemand het al gezegd heeft, de troost die ervan uitgaat, schrijven hoeft niet, je kunt het vinden! Dat wil ik hen influisteren, toeschreeuwen. Maar goed, de aantrekkingskracht van datzelfde schrijven is natuurlijk juist dat je niet rechtstreeks tegen mensen praat.]