The grinning of life and joy finally coming to you when all you knew was how to suffer. – Lidia Yuknavitch, The chronology of water

In mijn agenda staat bij morgen wat ik er exact een jaar geleden in heb gezet, toen ik met mijn hart op de betonnen vloer van een leeg zwembad als een vis naar adem hapte en ze rustig bleef (wat is rust een weldaad). Ze zei, we zien elkaar over een jaar en bestellen een glas wijn en geven antwoord op de vraag: hoe gelukkig zijn we? Er bestaat een app die trackt hoe gelukkig je bent en dat koppelt aan een plaats. Je maakt een foto waar je bent. Ik ben thuis. Er zijn vrienden. Boeken. Vogelgefluit. Iemand die een dikke boom wil omzagen en de val van die boom wil leiden (‘lieren’), maar pas nadat het nestje leeg is, in september, maar wel alvast bij me komt snoeien, ze heeft een zaag als een enorme zeis, een polsstok van tien meter die ze ingeschoven in een autootje propt. Ze zegt, ik leer je snoeien dan kun je het volgend jaar zelf terwijl ik natuurlijk val op het feit dat ze met dat autootje komt voorrijden. Waar het verdriet gebleven is is een raadsel.

»