Het is niet gemakkelijk om een vraag te bedenken. Om met Byars te spreken: ‘Ik kan de vraag beantwoorden, maar ben ik intelligent genoeg om hem te stellen?’ Ik zoek vragen die leiden tot antwoorden die we onmogelijk kunnen voorspellen. Ik wil mensen aanzetten tot gedachten die ze gewoonlijk niet hebben. De vraag van dit jaar is ‘Hoe verandert internet je manier van denken?’ (Niet: ‘Hoe verandert internet onze manier van denken?’ Edge moet een gesprek zijn. Bij wij-vragen bestaat het risico dat de antwoorden overkomen als een artikel van een expert, een officiële aankondiging, een lezing vanaf een podium.)

Het is een hele kunst om een goede vraag te stellen: je moet een evenwicht vinden tussen het abstracte en het persoonlijke en er moet een groot aantal antwoorden mogelijk zijn. Of je moet een vraag stellen waarop je het antwoord niet weet. Een goede vraag leidt tot antwoorden die wortelen in ervaring, maar groter zijn dan alleen ervaring. Ik wilde dat de contribuanten nadachten over internet, dat het web omvat maar nog veel groter is. Het web is een applicatie op het net, zoals zoeken, browsen en dergelijke. Al in 1996 merkte computerwetenschapper en visionair Danny Hillis op: ‘Veel mensen denken dat het web internet is, maar ze zien iets over het hoofd. Het web is de oude media die zijn opgenomen in het nieuwe medium.’

Het Edge-project is voortgekomen uit een mislukt kunstexperiment uit 1971: The World Question Center. Dit was bedacht door mijn inmiddels overleden vriend James Lee Byars, met wie ik af en toe heb samengewerkt. Byars vond het dwaasheid om een bevredigend kennisniveau te bereiken door naar de bibliotheek van Harvard te gaan en zes miljoen boeken te lezen. In plaats daarvan maakte hij het plan om de honderd meest briljante geesten van de wereld bijeen te brengen, op te sluiten, en hun te vragen om elkaar de vragen te stellen die ze zichzelf stelden. In theorie zou dit een synthese van alle denken opleveren, maar het pakte niet zo uit. Byars maakte een lijstje van de honderd meest briljante mensen en belde ze. Zeventig van hen hingen meteen op. – John Brockman