Bettine Vriesekoop schreef Dochters van Mulan, een ‘bescheiden caleidoscoop van de seksuele geschiedenis van de Chinese vrouw en hoe ze er nu voor staat’. Het boek is het resultaat van veldonderzoek, lezen en studeren naar aanleiding van de Leonardo-leerstoel die ze in 2013 in Tilburg bekleedde. Deze leerstoel, waarin iemand op grond van verdiensten op cultureel of maatschappelijk terrein drie maanden lang zelfgekozen thema’s mag onderzoeken, is inmiddels wegbezuinigd. Bettine Vriesekoop onderzocht met acht masterstudenten de positie, seksualiteit en emancipatie van de vrouw in China.

Ik gis via haar werk, haar woorden, haar boek, naar een waarom:

‘Tot mijn achtentwintigste heb ik mijn vrouwelijkheid aan gruzelementen getraind om de beste te worden in mijn sport. Mijn zelfvertrouwen groeide niet door mijn uiterlijk of de belangstelling van mannen, maar door mijn overwinningen op Chinese tafeltennistoppers. Keuzevrijheid was voor mij in die tijd net zo vreemd als voor de hedendaagse Chinese meisjes die afhankelijk zijn van internet of traditionele koppelarij om aan de man te komen. […] Ik heb niet kunnen experimenteren met seks, iets wat eigenlijk normaal is voor jonge meiden en wat ook nodig is om erachter te komen wie je bent als vrouw, en wat je wilt van seks en het leven.’

Vrouwen die de moed opbrengen om hun seksualiteit op te eisen noemt ze Dochters van Mulan (‘zwaardvrouwen’). Fysiek sterk, mentaal onafhankelijk, loyaal. ‘Door seksueel te ontwaken ontwikkel je een persoonlijkheid, leer je je eigen wensen en verlangens kennen en maak je je los van je ouders.’ Dochters van Mulan is een feministisch boek over hedendaagse jonge Chinese vrouwen in de stad, over hoe ze hun leven inrichten en omgaan met liefde en seks, afgewisseld met stukjes geschiedenis. Het leven van vrouwen is natuurlijk verschrikkelijk vergeleken met het leven van mannen, maar schrijf dat maar eens op zonder nuance, zonder verongelijkt te klinken.

China zit met een teveel aan mannen, die nog steeds waardevoller worden gevonden dan vrouwen.

‘Weinigen weten dat de Nederlandse hoogleraar toegepaste wiskunde Geert Jan Olsder de architect is van de eenkindspolitiek van China In 1975 bracht de Chinese raketgeleerde Song Jian een bezoek aan de TU Twente, waar hij kennismaakte met Olsder. Na een rondleiding dronken de twee een biertje en Olsder vertelde over zijn nieuwste project, het maken van een rekenmodel om de bevolkingsgroei te controleren. De Club van Rome had kort daarvoor gewaarschuwd voor wereldwijde rampen als gevolg van de snelle groei van de wereldbevolking. Olsder was zich wiskundig in dit probleem gaan verdiepen. Aan de hand van zijn rekenmodel legde hij Song uit hoe een land de bevolkingsgroei effectief zou kunnen afremmen tot een aanvaardbaar niveau. Song maakte aantekeningen op het spreekwoordelijke bierviltje en keerde met de kennis van Olsder terug naar China, waar hij zich in korte tijd opwerkte tot de belangrijkste demograaf van zijn land. Vier jaar later werden de berekeningen van Olsder in praktijk gebracht en introduceerde Deng Xiaoping de eenkindpolitiek.’

De waarde van een boek zit in wat ik daarná kan lezen, de sporen die het uitzet. Behalve Pearl S. Buck, die Vriesekoop bewondert, is dat Lisa See (Snow flower en de geheime waaier) die schreef over Laotong, wat zoiets betekent als zielsvriendschap tussen vrouwen die gedoemd waren tot een ongelukkig huwelijk, een vreselijke echtgenoot, en ingebonden voeten. Ze vonden troost door elkaar berichten te sturen in het Nühsu, een geheimtaal. Wat me fascineert is dat je een zielsvriendschap kunt vinden door lot en toeval: een rijk meisje werd op haar zevende gekoppeld aan haar laotong, haar ‘zus’, een gelijke ziel, die acht kenmerken gemeen had met haar: geboortedag, lengte, schoenmaat, intelligentie, schoonheid of het gebrek daaraan, plaats in het gezin, sociale klasse en welstand. Op hun zeventiende trouwden ze en gingen ze op weg.