Altijd ontbreekt er iets. Het oog ziet, het verstand vult aan: brokstukken veranderen in bouwwerken, de daden van de doden komen tot leven, heerlijker en volmaakter dan ze ooit zijn geweest.

Een boek over de aanwezigheid van wat verloren is gegaan.

[Ik merk dat ik op zoek ga naar de schrijver zelf, die verdwijnt in het boek, maar onvermijdelijk sporen nalaat, soms nadrukkelijk: ‘ik leidde in die tijd het leven van een thuisblijfster, een bibliotheekgangster’. Ik ben benieuwd naar de oorsprong, hoe het zo kwam, omdat je elk moment ook iets anders kunt doen.]