Een aantal straatvegers in Mexico City veegt een hoop rotzooi bij elkaar. Ze vegen, ze duwen. Plastic zakken, plastic flessen, dozen. Het is nacht. Een kunstenaar heeft hen zojuist de instructie gegeven om de hoop voort te duwen tot ze niet meer verder kunnen. Ik had verwacht dat uiteindelijk een enorme bult door de straten van Mexico City zou voortbewegen, een plastic organisme. Heuphoog, toen stokte het al. Hoe de straatvegers ook duwden of met hoeveel vaart ze ook een aanloop namen, de materie, de massa, was niet meer in beweging te krijgen. De kunstenaar zegt dat het zo altijd gaat. Je komt met een plan, het loopt anders. ‘I have seen things here that totally went beyond my expectations.’ Hij zegt niet wat. We zien een politieauto langzaam naderbij komen. We zien de straatvegers op een stoeprand naast elkaar zitten, de bezems voor zich, ze roken sigaretten. Eentje glimlacht als de politieauto passeert. Kunst is willen zien wat gebeurt. Een idee serieus nemen. Honden komen snuffelen.