Wat je niet hebt, het verlangen dat niet ingewilligd wordt, kan plek krijgen in de verbeelding, daar kun je het uitleven. Juli Zeh vermoedt dat ze schrijver is geworden omdat ze in haar jeugd geen eigen paard kreeg. Was dat wel gebeurd dan was ze in die wereld verdwenen.
Schrijven is geen beroep waarin het draait om zoveel mogelijk te produceren.
Terloops schrijven.
Schrijven in een uurtje aan het eind van de dag omdat je met andere dingen je tijd hebt verdaan (bijvoorbeeld met paarden in de weer zijn). Schrijven omdat alleen schrijven – schrijven als beroep, als identiteit – niet lukt (teveel druk). Andere dingen doen omdat enkel achter de computer zitten leidt tot schrijfmijdend gedrag.
Het laatste hoofdstuk in Over mensen en paarden gaat over schrijven en paarden, over hoe belangrijk het is om een afwachtende houding aan te nemen. Luisteren naar alles wat het paard, de roman, het boek je toezendt, naar wat er in je gebeurt, elk afzonderlijk moment waarnemen. Slechts in het moment kun je een verandering bewerkstelligen, bijvoorbeeld de volgende zin, de trailer in.