No thinker thinks twice – A. Whitehead

Gisteren als een vlinder die kurkentrekkers vliegt om de materie van Whitehead gecirkeld. Als ik het college begrijp is natuur, zijn wij, een reeks gebeurtenissen, een verzameling ervaringen (‘experiences’), waarbij het verleden aaneengroeit in het heden, het hele universum zich in dat heden opvouwt, ontvouwt, en toekomst wordt. Worden is de kern van Whiteheads filosofie.

Werkelijkheid betekent nooiteindigende creatie. Sommige dingen herhalen zich, blijven min of meer hetzelfde, andere, complexere dingen (dieren, complexe organismen, mensen) kunnen aan die herhaling, het repetitieve worden, iets nieuws toevoegen, het heden injecteren met ideeën, mogelijkheden (‘pure potentialities’). Dat vermogen, die mogelijkheid om iets nieuws te creëren zou je vrijheid kunnen noemen.

We bestaan in onze omgeving, ontstaan uit onze omgeving, ervaren die, en verdwijnen er weer in. Het universum is geen star poppenhuisje met stijve spulletjes en ondoordringbare poppetjes, het is creatief, iets wat voortdurend ontstaat, opdoemt uit een donkere vaagheid (‘a dim background’) en als het geweest is daar ook weer in verdwijnt. Die vage massa (‘darkness’) loert altijd op de achtergrond, slokt ons op en verwekt ons. Dat gebeurt nu, nu, nu.

Wat ik ben? Een reeks ervaringen, gebeurtenissen, gedachten, gevoelens, het hele verleden doet mee, het hele universum doet mee, het duurt voort – en die vage slorpende immense lurkende massa voel ik op de achtergrond, ik verdwijn in de toekomst. Soms heb ik zin in loomheid te zinken, en als ik daar over nadenk is dat misschien die ‘dim background’, die looming vage massa waar Whitehead het over heeft die trekt.

Wie ik ben? Ik ben het ene.

Het ene ontstaat uit velen, die vermeerderd worden met één.

De jongen die het college geeft (en zichzelf en de situatie als voorbeeld geeft van hoe wij verstrengeld zijn, in elkaar zijn en worden, hij achter een scherm, waar hij spreekt, wat transformeert in bits en bites, en materialiseert aan de andere kant van de wereld, waar ik luister, en vragen kan stellen, die weer in hem geïnjecteerd worden) gebruikt een afbeelding van een bosje narcissen om de filosofie van het worden (‘crescense’) te illustreren. Het felle geel spat uit het scherm, het bosje zweeft in de donkere ruimte, de narcissen groeien uit een bol waaraan honderden worteltjes ontspruiten. Hij kantelt de afbeelding, zodat de narcissen als een horizontale raket richting toekomst vliegen, de wortels als straalmotoren.

We voeden ons met ons verleden, onze wortels. Het verleden grijpt op ons in, stuwt ons voort.

Ik verwijder mijn earbuds. Ik kijk youtube op snelheid 1.75x en het was lastig om in dat tempo screenshots te maken, de woorden te laten doordringen. De narcissen van Whitehead zit nu in mijn brein, vormen mijn universum waarmee ik dingen creëer, dat mij creëert.

In de tuin spiraalden twee weken geleden vlinders in duo’s om elkaar, een veelheid aan vlinders, nu zie ik af en toe een enkeling. Waar zijn ze? Opgeslorpt door de duisternis waar de vage massa lurkt en loomt, verdwenen in de achtergrond van het universum dat me verwekt.

Op het web vind ik voor 50 euro (111 eieren, 26 liter benzine) een boek in het Nederlands van Whitehead. De dynamiek van de religie. Ik duw op de knop. Zijn heden, mijn verleden. The universe is begetting us.