Ik heb Committed van Suzanne Scanlon uit, luister niet naar podcasts over dit boek, die zijn er niet. Scanlon schrijft zichzelf tot leven. Ze leest zich tot leven, bevrijdt zich uit een mentale gevangenis, geraakt voorbij het diepe verlangen naar zorg dat ‘gekte’ (bij gebrek aan een preciezer woord, een woord dat overblijft wanneer labels als melancholie, depressie, schizofrenie, hysterie de lading niet dekken) haar levert — zorg en aandacht die verslavend zijn, en dat doet ze dus al lezende (Marguerite Duras, Janet Frame, Audre Lorde, Virginia Woolf, Simone Weil). Gekke schrijvers, schrijvers die uiteenvallen, die laten zien dat schrijven een mogelijkheid is bij gekte. Scanlon zit in een instelling, jaren negentig, New York, klampt zich aan alles vast, aan doktoren, aan verplegers, aan Meryl Streep die in een interview zegt dat ze het liefste niets zou doen als ze zou kunnen. Zie je wel, iemand met ‘the best life possible’, ‘the most fame and fortune’ prefereert om niets te doen, in bed te liggen. Wie is gek? Ze leest, leest, leest. Misschien was Scanlon niet gek, maar poreus, gevoelig, beïnvloedbaar, de opname zelf maakte haar in ieder geval niet beter, misschien maakte die haar gekker, je leert als patient wat je moet doen om zorg te blijven krijgen, wat je moet zeggen. Misschien is ze nog steeds gek, misschien niet, staan we niet allemaal op de rand van uiteenvallen? There is truth in insanity. Madness is niet bevrijdend. Ze ging geloven dat ze schrijver kon zijn, ze vond een zelf.