Er bestaan verschillende soorten wachtruimtes en die in een garage stelt me gerust, al kunnen diagnoses tegenvallen.

Een auto rijden blijkt in toenemende mate zoiets als het onderhouden van een gebit terwijl je de piepjongste niet bent: de situatie wordt met de jaren grimmiger, ingrepen van duizend euro zijn geen uitzondering.

Ik stel reparaties aan de auto nooit uit, terwijl ik nauwelijks rijd.

Huisdier, auto, een nieuw iemand: de jaren die je met elkaar doorbrengt roffelen als voorzichtige lenteregen zachtjes op je ziel, slaan deukjes in het pantser. Je bent van was.

Een auto gaat langer mee dan een hond of kat. Op rijbewijspasfoto’s verouder je in stappen van tien jaar.

Ik lees Index Cards van Moyra Davey. Houd het scherm vlak voor mujn gezicht, mijn bril hangt als een mondkapje onder mijn neus, de twee transparante kunststof vleugeltjes waar groen achter zit en die moeten veroorzaken rusten op mijn onderlip. 

Index cards begint met een vignet over hoe het hebben van een koelkast samengaat met het managen ervan. Hoe het leven bestaat uit alles opeten terwijl er grotere ruimtes tussen de spullen in je koelkast ontstaan, wat een bevredigend gevoel geeft. En dan vul je de koelkast weer, en dan knaag je jezelf weer een weg naar buiten, voor het bederft, Sysifus-arbeid.

De herfst is in aantocht.