De mens stelt me voortdurend voor raadsels, ik stuit op vreemde grenzen, dat wil zeggen, ik stuit op mezelf, ik zou zaken anders aanpakken. We gaan tosti’s maken op de werkvloer, Fong Zi schenkt thee en hij draagt een gekleurd hoedje. Kortom, iets feestelijks voor iedereen die jarig is of ooit geweest. We blijken er verschillende mensbeelden op na te houden. Fong Zi wil één, hooguit twee tosti-ijzers neerzetten, ‘want je moet wel even op je tosti wachten, dat hoort bij het festijn’. Ik ga er vanuit dat niemand daarop zit te wachten. Op de flyer die gemaakt is om het festijn aan te kondigen staat weinig. Wel staat er ‘dus dat wordt gezellig.’ Voor Fong Zi is het middel het doel, dus hij kan ‘dus’ schrijven. Mijn angst: tosti’s die niet lekker zijn, te lang duren, te weinig tosti’s. Als ik iets zou moeten zeggen over het menselijke in de mens dan lukt dat nauwelijks.

«