Meester Fong spreekt vandaag in raadselen. Taal die niet verwijst naar de werkelijkheid, taal als duwtje tegen iemands wereldbeeld. Hij is enthousiast over dat laatste. Ik weet niet of ik hem begrijp als hij zegt dat wat hij zegt in dat geval niet langer ‘waar’ of ‘niet waar’ hoeft te zijn; er is geen ‘klopt’ of ‘klopt niet’, hij kan het ene moment ‘dit’ vinden, het andere moment ‘dat’. Meester Fong lijkt murw gebeukt door meningen, moe van argumenteren. Dat is mijn indruk, wat ik meen te zien in hem vertaal ik, wat ik denk over hem vat ik in woorden. Hij heeft ook geen thee mee. Hij zucht. Hij heeft een verkeerde template voor de studiegidstekst ingevuld, zijn lessen moeten in het systeem terechtkomen. Bedoelt hij taal als mug, als horzel, als laatste zetje van het flatgebouw? Of heeft hij het over een duwtje in de rug van iemand die leert fietsen: ‘trappen, trappen, trappen…’ Meester Fong wil tegenbewegen. Ik wil hem zeggen dat er nog een mogelijkheid is: we don’t speak to be understood. Dat was een voorstelling die ik zag, na afloop was er een vraag & antwoord-sessie tussen publiek en performers. Pieter Ampe en Benjamin Verdonck voerden toen nog een voorstelling op, we zaten al in de werkelijkheid, ze gaven geen antwoord op de vragen uit publiek, ze speelden de titel, de voorstelling nogmaals, ze spraken om niet begrepen te worden, maar dat vergeet ik, Meester Fong is aan het woord als hij aan het woord is.