Het feit dat onze tuin nu helemaal leeg is op een paar struiken, een vlierbes en een pruimenboom na, het feit dat daarvoor een aantal Poolse mannen enkele dagen in de weer geweest zijn met het verwijderen van groen, het feit dat nu eindelijk ook die somber stemmende coniferenhaag is verdwenen, die zo aan kerkhoven deed denken, kerkhof, doodsangst, regen, grijs, pvc, afvoer, gootsteen, roestvrij staal – Cilit Bang! – het feit dat ik ben begonnen aan Lucy Ellmann’s ‘Ducks, Newburyport’, een roman van duizend pagina’s die eigenlijk uit één zin bestaat, opgebouwd uit een lange opsomming die telkens begint met ‘het feit dat’, het feit dat ik nog maar 66 pagina’s ben gevorderd, het feit dat de roman is genomineerd voor de Booker Prize, het feit dat ik tijdens het lezen de Poolse mannen moest voorzien van proviand en koffie en aanwijzingen, dat ik gebroken Duits met ze sprak, dat wil zeggen dat mijn Duits werd gebroken door het hunne, het feit dat ik ben vergeten wat het Poolse woord voor schuur was, hoewel ze het toch menigmaal voor me herhaalden, het feit dat ik een paar woorden Pools wilde leren en nu wél heb onthouden dat het Poolse woord voor kruiwagen ‘tatsjka’ is, het feit dat ik dat een onbegrijpelijk mooi en zachtaardig woord vind voor een kruiwagen, kruiwagen, kruidenzout, blaaspijn, gebroken nachten, pure baking soda, het feit dat mijn dochters deze week aan hun nieuwe opleidingen zijn begonnen, dat aan tafel de namen vallen van Karl Marx, Norbert Elias en Emile Durkheim, het feit dat een van de eerste colleges is gewijd aan Durkheims boek over zelfmoord, Freitod, suïcide, Beachy Head, vakantie, het feit dat we deze zomer op die Engelse kliffen waren, op de klif van de springers, het feit dat ze nu over dunne MacBooks beschikken, retina, spacegrey, thunderbolt, Adobe Content, Netflix, een nieuwe aanmelding op uw account, het feit dat Lucy Ellmann’s boek een lange gedachtenmonoloog is van een vrouw met vier kinderen, een vrouw die van kanker is genezen, maar nu thuis zit en over haar leven nadenkt en over de was en over verjaarspartijtjes en over haar man, en over Obamacare en Trump, en schietpartijen op scholen, het feit dat haar gedachten, haar stream of consciousness, telkens onderbroken worden reeksen van associaties, rijmelarijen, schoonmaakmiddelen, ontbijtgranen, tv-seriescènes, reclamedeuntjes, songs, het feit dat ik bij het lezen dacht hemel waar begin ik aan, het feit dat onze geest eigenlijk voortdurend zo werkt, wild, knetterend, haardvuur, barbecue, achtertuin, het feit dat ik met de Polen een paar keer naar de stort reed in een oeroude VW-bestelbus volgestouwd met coniferentakken, het feit dat ik er eigenlijk alleen maar bij was voor de legitimatie, het feit dat het stortgeregende op de stort, fort, bord, schort, het feit dat we schuilden in de bus, ik en drie Polen, zwijgend, terwijl het water in dikke banen over de voorruit liep, het feit dat ik hier nu de week heb doorgenomen, het feit dat grote uitgevers het boek van Ellmann niet wilden uitgeven en dat nu de Galley Beggar Press dat deed, het feit dat nu even verbaasde als juichende recensies zijn verschenen, het feit dat in deze vreemde, radicale vorm toch een verhaal wordt verteld, het feit dat ik het weg kan leggen en zomaar weer kan beginnen te lezen, midden in die zin, dat maakt dit onconventionele boek tot een grootse ervaring.