Ditte mailt. Ik spring op de fiets. Wat ik maak is meestal digitaal. Even later heb ik een proefexemplaar in handen van Wat nu is, het boekje dat Sanne van Rijn en ik maakten (en Connie Nijman opmaakte). We hebben een half jaar gewerkt: gesprekken gevoerd, geschreven, schoongesneden, gesprekken gevoerd, geschreven, schoongesneden. Ik ben blij met het resultaat, dat het af is. Het boekje geeft inzicht in Sannes manier van theatermaken, in hoe zij denkt over iets maken. Het toont ook haar werk. Het is geworden wat ik zoek in schrijven: ontdekken hoe anderen dat doen, leven en werken. Bij sommigen, niet alleen kunstenaars, valt dat samen. Soms vergaat de lust tot werken. Het boekje is de eerste in de reeks Gesprekken met makers.

spelen
Misschien is ‘spelen’ wel het belangrijkste dat ik heb geleerd. Het heeft geen zin om eindeloos je hoofd te breken over de dingen die nog niet duidelijk zijn. In het begin is er nog niks duidelijk of perfect of af. Voor je het weet zit alles op alles te wachten. Dan wordt het maken een tobberig en stroperig geheel. Het proces licht houden maakt het werken een stuk leuker en vruchtbaarder. Er is altijd iets dat je wel weet, of waar je zin in hebt om te doen. Er is altijd een beweging die je kan volgen. – bladzijde 18, boekje #270, denieuwetoneelbibliotheek.nl