‘Een goed verhaal brengt rust in een zoekend hart,’ zegt Corine. Ze brengt onrust in het mijne. Ik sta op een schip, het hoofdpersonage in haar boek. De wereld is tastbaar, het schip is echt, net als het boek, allebei van haar. Er is een hond en klotsend water van het IJ dat tegen haar woorden beukt. ‘Kloek boek,’ zegt Linda. 400 pagina’s. We feliciteren haar. Mijn gedachten dwalen af. Jaren geleden zaten we samen in een schrijfklasje. We ontdekten het essay. Corine had een fascinatie voor vliegtuigwrakken, knipsels hingen aan de muur van haar atelier, foto’s van aangespoelde potvissen, staartstukken. Ze schreef Luchtcowboy en nu is er Vrouw van staal. Ze was er vijf jaar zoet mee. Je zou in het ruim leesclubs moeten ontvangen, zeg ik, met pannenkoeken, aardappels met spekvet en koffie met jenever, veel jenever. Ik zie een verdienmodel. Ze gruwt geloof ik bij het idee. Ze is moe. Ik heb zin om te schrijven. Het lijkt zo’n mogelijkheid. Het lijkt echt.