A Times book of the year. A Guardian book of the year. “Magnificent”. The Times. “Dazzling”. New Statesman. “It filled me with hope”. Zadie Smith.

From one of the brightest young chroniclers of US culture comes this dazzling collection of essays on the internet, the self, feminism and politics. We are living in the era of the self, in an era of malleable truth and widespread personal and political delusion. In these nine interlinked essays, Jia Tolentino, the New Yorker’s brightest young talent, explores her own coming of age in this warped and confusing landscape. From the rise of the internet to her own appearance on an early reality TV show; from her experiences of ecstasy – both religious and chemical – to her uneasy engagement with our culture’s endless drive towards “self-optimisation”; from the phenomenon of the successful American scammer to her generation’s obsession with extravagant weddings, Jia Tolentino writes with style, humour and a fierce clarity about these strangest of times. Following in the footsteps of American luminaries such as Susan Sontag, Joan Didion and Rebecca Solnit, yet with a voice and vision all her own, Jia Tolentino writes with a rare gift for elucidating nuance and complexity, coupled with a disarming warmth. This debut collection of her essays announces her exactly the sort of voice we need to hear from right now – and for many years to come.

Op de knop gedrukt.

[Na het lezen van Gouden Bergen, waarin Doortje Smithuijsen een aantal instagrammers volgt die influencer zijn of willen worden. De leegte is ontluisterend, niet van de lifestyle (kleding, lunches, cocktails, champagne, merkspullen – en altijd met een kunstmatig gebruind gezicht rondlopen omdat dat beter oogt op foto’s) of van de tot in het oneindige doorgevoerde vreemde lus-esthetiek waarmee foto’s gemaakt worden waardoor dezelfde foto’s op dezelfde plekken met dezelfde hashtags en dezelfde belichting en dezelfde poses en dezelfde filters verschijnen, zoals eerder gezien op foto’s van influencers die ze zelf willen worden – een immense reeks gekloonde foto’s, fractals, maar van de onverschilligheid, het schouders ophalen bij te laat komen op afspraken, het niet aanwezig zijn op gesponsorde events en vervolgens foto’s posten alsof je daar wel was. Het doel heiligt de middelen, het creĂ«ren van de illusie, het nevenleven. Gouden bergen is opgezet als een real life-docu, afgewisseld met flarden theorie en duiding (Heidegger, Baricco, Verhaeghe, Sontag, Tolentino) en self-posting (‘ik lijk op ze’). Ik raak gefascineerd door Shady, die geen influencer is, maar op een bepaalde manier wel, ze interesseert me meer dan de instagrammers die ze onder haar hoede neemt, de meisjes in haar stal, ze heeft iets ondernemends, en tegelijk, die instagrammers over wie ze zich ontfermt zijn zulke verwende puppies die uit een mand kruipen en met rollen wc-papier door de kamer rennen dat ik me afvraag hoe ze het nog een seconde langer met ze uithoudt, maar goed, die situatie is helder: zonder meisjes geen deals, zonder deals geen spullen, geen campagnes, geen geld, geen foto’s, geen bereik. De meisjes zijn voor Shady wat het aantal likes, followers en comments voor de influencers zelf is: kapitaal waarin ze investeert. Ze was zelfs nauwelijks ouder dan de meisjes die ze representeert toen ze House of Icons, haar agentschap, oprichtte, maar ze is de enige die hard lijkt te werken, continu met excelsheets in de weer, afspraken regelt, de meisjes activeert, met een sneeuwschuiver de sneeuw wegschuift zodat Romy et al zonder weerstand door kan met haar leven (#theromystyle). Dus maakt ze bij Romy’s afwezigheid de foto die volgens de deal genomen moet worden. Over hen beiden maak ik me nul zorgen.]

«