Soms zit de kat op een hek, soms achter de bank, soms op het tapijt. Ze zit daar wanneer ik niet kijk, want op de momenten dat ik kijk, slaapt ze. De Boeddha zei dat slapen het grootste plezier is dat er is. Omdat de willekeur van iets verzinnen me angst inboezemt, doe ik dat niet. Ik zou me verslagen voelen, als ik zou toegeven aan de gedachte dat alles kan. Ik moet vooruit lezen. Het citaat van de Boeddha was er vóór de kat.

Ik lees een boek over het web, ik heb het web altijd verkeerd begrepen, begrijp ik (Joshua Porter). Het sociale van het web bestaat er niet uit dat het mensen met elkaar verbindt, het sociale zit in het web zelf. Zo gauw iets een URL heeft is het sociaal: je kunt ernaar verwijzen, er commentaar op geven, het liefhebben en haten, delen en negeren. Ik laat de woorden tot me doordringen. Dat maakt het papieren boek asociaal. Een eenzaam ding in een kil, koud universum.

Ik maak ook dingen mee, mensen vechten zich een weg terug. Vorige week bestelde ik bij bol.com Hamlet on the Holodeck. Het winkelwagentje (The Machine) sprak tot me, en daarna een mens. Hij had getracht het onderstrepen weg te halen, maar halverwege opgegeven, er was geen tijd meer. Het was gemakkelijk te verwijderen als ik er last van had, zei hij. Ik bladerde door het boek, potloodstreepjes, het viel mee, zoals veel meestal meevalt. Ik weet niet waarom er geen tijd meer was. Ik stel me voor dat hij met zijn hond naar de dierenarts moest.