Er zijn geen drie kunstenaars uit het raam gesprongen, althans, Yves Klein is niet één van hen, hij sprong van een muurtje, wie de fotomontage van zijn val bekijkt ziet in ieder geval dát; je twijfelt misschien over het muurtje, want een dakgoot, een rand, een lijst, maar nergens een raam, hoe kwam ik erbij?

Zo vertelde iemand een paar weken geleden dat koolmeesjes die hun kroost voeren poep wegbrengen zoals wij vuilniszakken. Dat had ik nooit waargenomen. Plots vliegen ze daar met andersomme, witvliezige wormen in de bek! Geen wonder dat ze moe zijn. Eenmaal gehoord, moeten alle verhalen over koolmezen herverteld, het nest moet schoon.

Dick Hillenius noemt een dagboek – waarvan het logboek één verschijningsvorm is – een middel van zelfreiniging, evenwichtshandhaving. De herinneringen die gebeurtenissen opwekken zijn mogelijk mooier dan de gebeurtenissen zelf (De hand van de slordige tuinman). Ik noem het de plek waar informatie op informatie botst, als vuurstenen die je tegen elkaar slaat. Informatie neemt de plek in van informatie.

Guillaume Leblon heeft in navolging van Yves Klein een sprong gemaakt, na maandenlange training met een stuntman, eindigend in een stapel kartonnen dozen, precies hoog genoeg om zijn val te breken. Het gaat om de hoogte van die stapel kartonnen dozen, daar moet je achter zien te komen. ‘Echt’ is het vanzelf.

Yves Klein (1928-1962) speelde met verschillende ruimtes toen hij Le saut dans le vide (de sprong in de leegte, 1960) maakte. Het is een fotomontage waarop je de kunstenaar ziet duiken in de lucht, vanaf een heel laag muurtje. Hij duikt alsof hij op een vijftien meter hoge duikplank stond. De ruimte tussen hem en de grond is te krap. Hij zal op een verschrikkelijke manier neerstorten, hij zal zijn tanden en knieën breken. ‘Als hij zijn nek maar niet breekt!’ denk je wanneer je hem daar zo in de lucht ziet hangen, totdat je je realiseert dat hij er eeuwig zal blijven hangen. Hij laat iets zien van de aard van fotografie: het stollen van tijd en ruimte. Tegelijkertijd lijkt hij daar met zijn duikvlucht aan te willen ontsnappen. De kunstenaar hangt in een ruimte tussen wat hij wil, en wat hij uitbeeldt in. – Maria Barnas, De ruimte die je inneemt