‘Indien het oog de perfectie van een vergrootglas had, zou de fotografie ondraaglijk zijn: met zou alle bladeren van een boom zien, alle pannen van een dak en op die pannen mossen, insecten, enzovoort. […] Het geheel verdwijnt, verdronken in details, en verveling is er het gevolg van.’ Henri-Eugène Delacroix, dagboekfragment, 1859. We zijn hard op weg naar zo’n perfect oog en een wereld waarop we oneindig kunnen inzoomen. Ik kan niet wachten. Dat ik klik, kijk, iemand zie zitten, inzoom, en zie dat er vuil onder zijn teennagel zit.