stem: daniel mendelsohn
titel: nostos
bron: een odyssee

nostos: 1. terugkeer; [nostoi], de terugkeer van de helden van Troje, de titel van verscheidene gedichten die verloren zijn gegaan.


nostimos: het adjectief afgeleid van nostos: ‘als een nostos’: essentieel, waardevol, perfect, het beste deel van iets – E.A. Sophocles, Greek Lexicon of the Roman and Byzantine Periods (from. B.C. 146 to A.D. 1100)

Nostos is het Griekse woord voor ‘thuiskomst’; de meervoudsvorm van het woord, nostoi, is zelfs de titel van een verloren gegaan epos dat gewijd was aan de thuiskomst van Griekse vorsten en aanvoerders uit de Trojaanse Oorlog. De Odyssee zelf is een nostos-verhaal dat vaak afdwaalt van het verhaal over Odysseus’ moeizame reis terug naar Ithaka om in het kort de nostoi van andere personages te vertellen [zoals Nestor hier doet] – bijna alsof de auteur bang was dat die andere nostoi-verhalen het nageslacht anders niet veilig zouden bereiken. In de loop van de tijd werd dit weemoedige woord nostos, dat zo diep wortelt in de thematiek van de Odyssee, gecombineerd met een ander woord uit de rijke woordenschat van het Grieks inzake pijn, algos, om ons te helpen aan een eenvoudige en elegante manier om het bitterzoete gevoel onder woorden te brengen voor een speciaal soort verontrustend verlangen dat wij soms ervaren. Letterlijk betekent dit woord ‘de pijn verbonden aan het verlangen naar thuis’, maar zoals wij weten kan ‘thuis’, vooral als we ouder worden, zowel slaan op een tijd als op een plaats. Het woord is ‘nostalgie’.