De zee is een vlakte. Het land raakt uit zicht. Een groot zeilen is begonnen. Onrust ook. Als ik nu een zee mocht kiezen, dan de Stille Zuidzee. De Stille Oceaan. De Pacifische.

Hier in deze zee, begon in 1986 mijn schrijven voor deze krant. Stukken over Fiji, Vanuatu, Nieuw-Caledonië.

Eén schitterende pagina wijdde William Somerset Maugham aan deze zee, in zijn ‘The Trembling of a Leaf’ uit 1921. Met die onvergetelijke openingszin: The Pacific is inconstant and uncertain like the soul of man.

Veranderlijk en onvast als een menseziel. Soms – schrijft hij verder – is hij grijs en ruw, met een zware deining, en lawaaierig. Dan weer is hij kalm en blauw. De zon schijnt genadeloos vanuit een wolkenloze hemel. De golven strekken zich loom naar alle zijden uit.

Er zijn dagen dat de Pacific als een meer is. De zee is plat en blinkend. De vliegende vissen, een sprankje schaduw op de schittering van een spiegel, maken fonteintjes bij hun dip.

De zee is een vlakte en een landschap. Er wolken wollige vormen op aan de horizon, en als de ondergaande zon ze beschijnt kun je niets anders zien dan een keten van een verheven gebergte. Ze zijn de bergen van je gedroomde land.

You sail through an unimaginable ­silence upon a magic sea.

Ja zo zeilen, zo glijden. U ziet, ik romantiseer het pensioen.

Het is maar een zee van de verbeelding, ik zie hem vanuit het werkkamerraam in een Utrechtse buitenwijk. Het pensioen als vergezicht, een kaart van het onbekende, een terra incognita. Maar pensioen is voortgezet leven.

Op vrijdagen moet gewoon de vuilnis buiten. Ik ben thuis, net als voorheen, kijk uit het raam, loop eens naar boven, dan weer naar beneden. De huisgenoten doen de dingen die ze altijd al doen. De wereld draait door, ook zonder programma, de kranten vallen in de bus. Het gras groeit. Een virus zoekt naar verse long, helaas.

Alleen, U bent er niet meer.
U, de ideale lezer.
U en Uw ontbijttafel.
De dampende thee, de koffie.
Uw pyjama.
Uw warrige slaaphaar.
En naast uw bord dit stukje op de achterpagina.
U kent de auteur.
Hij provoceert niet, hij evoceert.
Roept beelden op.
Daarin mededogen, verzachting, gebogen hoeken waaraan je je niet stoten hoeft, het is nog ochtend, U bent net wakker.
Even geen Capitolijnse ganzen die hun onheil snateren.
De auteur buigt mee met de biologie; die bepaalt dat hij 66 is en plaats mag maken. Dat is volkomen in orde. Dankbaar ben ik. Voor de plaats op uw ontbijttafel. Voor die vaste ruimte die deze krant mij jarenlang bood en voor de vrijheid die naar eigen inzicht te vullen. Voor de vrijheid ook af te drijven van de oorsprong, van de actualiteit in de wereld naar de actualiteit in het hoofd.

Ik ga zeilen, al ben ik bang voor water. Een logboek misschien.
De zee is kalm. De hemel blauw.
Dag, lieve loden last.
Dag, Klein Verslag, dag.

stem: wim boevink
perspectief: een allerlaatst klein verslag
titel: het leven gaat door, maar u, ideale lezer, bent er niet meer
bron: trouw.nl (25 april 2020)
mopw: meerstemmige encyclopedie