Ik heb een kippenren getimmerd achter mijn huis. Sinds kort scharrelen daar twee kippen, Lamp en Boterham. Dik, rond en pluizig, allebei kriel. Knus, rommelig, gezellig. Uitgekozen op oppakbaarheid. Dociele thuiskippen. De derde was meteen dood, er komt een nieuwe.

De dagen verlopen min of meer hetzelfde. Om zes uur ben ik beneden. Ga een grote tekening maken. Scharrel rond het huis. Ga naar een speeltuin. Ben samen met mijn gezin. Deze periode doet me denken aan een rouwperiode, of een kraamperiode, alle bullshit verdwijnt. Er is maar één topic, alle energie is gebundeld.

Op een bepaalde manier heb ik me nog nooit zo in hetzelfde schuitje gevoeld, maar achter de komma reageert iedereen anders, vanuit privilege of gezondheid, dat maakt alles gelaagd. Waar de een contempleert en hobbyt, tot rust komt, de periode ervaart als bezinning, moet de ander in overdrive of raakt juist alles kwijt.

Ik heb een contract bij een theatergezelschap, ben gezond, zit hoog en droog, maar dat houdt me niet de hele dag rustig in mijn hoofd. Ik geloof in balans. Ik aarzel, want dat klinkt cru. Alsof iemand die zijn benen verliest ook iets wint, maar als ik eerlijk ben, geloof ik daarin. De dood is er altijd. Het einde. Geboorte. Leven.

Het ligt in de aard van de mens om te denken dat een andere realiteit prettiger is, en als je daar dan bent om te denken, ‘goh, dat vorige had ook wel wat’. Om het geluk of het ongeluk steeds maar weer buiten jezelf te zoeken. Daarom ben ik best sceptisch over hoe we hier uitkomen. Zo’n grote epiphany is dit ook weer niet.

Alertheid neemt af. In het begin was ik zo wakker. Je denkt elke ochtend ‘er is iets’ en je logt in op dat level, alles krijgt zorg en aandacht, maar op een gegeven moment komt door de kieren de normaliteit binnen. Ik ben daar mild over. Dat je altijd wakker moet zijn, is niet vol te houden en ook niet waar.

Toch ervoer ik iets van een treurig gevoel toen alles weer een beetje openging. Het afgebakende terrein, thuis en tijd – die basisbehoeften, dat voelt als genoeg. Ik had nooit het idee ‘dit is kaal’. Er komt veel voor in de plaats, al kan ik niet pakken wat. Trouwens, alsof je er iets uit moet halen, dat is ook niet zo.

stem: erik whien
perspectief: gesprek tijdens lockdown, uitkijkend over Wilmkebreekpolder, die aan één kant wordt ingesloten door de hoge Landsmeerderdijk, een groene grasvlakte, waar schapen en koeien grazen, ganzen zijn neergestreken, en jonge kuikens de sloot induikelen – alsof de tijd hier 400 jaar heeft stilgestaan.
titel: vanuit huis
bron: theater rotterdam (2020)
mopw: meerstemmige encyclopedie

»