Hij heeft een bal bij zich die je kunt besturen met een kleine computer en demonstreert hoe dat gaat. De bal, een biljartbal, rolt over de marmeren vloer, zoekt aarzelend zijn weg, botst tegen benen, een hond die van boom naar boom dwaalt, blind, doof, niet wetend waar hij heen moet.
‘Ik gebruik de bal om met mijn kat te spelen,’ zegt hij. Zijn kat zal hem nooit teleurstellen. Ze reageert niet, niet als de bal van kleur verspringt, niet als de bal met een hupje van de grond komt. Wachten op een reactie is onderdeel van het spel.
Ik bezie hem plots in een ander licht. Zijn diepe stem, zijn traagverende tred op reuzenvoeten, zijn rust, zijn kalmte, zijn geduld. Hij oefent.