Neil Harbisson, cyborg, zegt over het worden ervan dat het meer lijkt op dier worden, dan robot. Hij zegt: ‘nature can do this amazing stuff.’ De supermarkt vertelde hetzelfde verhaal toen ze dierenplaatjes distribueerde. Dieren met handig gereedschap. Dieren die rare dingen kunnen. Sidderaal (kan electriciteit maken). Axolotl, bij wie een verloren poot weer aangroeit. Dieren die twee dieren zijn. Bidsprinkhaankreeft. Tapirvis. Ribkwal. Dieren met rare kapsels. Ik kijk naar Neil Harbisson en zie een dier dat er buitenaards uitziet, met een oogstuk voor zijn oog. Ik luister naar Neil Harbisson en realiseer me dat ik een slechte kijker ben. Er zijn dieren die niet op dieren lijken. Kokerworm. Schubdier (lijkt op denneappel). Het omgekeerde geldt vast ook. Ik vind hem niet langer een aansteller. Hij vertelt dat hij het oogstuk onder zijn haar verborg. Dat mensen hem verdachten van stiekem filmen, waardoor hij besloot het openlijk te dragen. Ik ploeg steeds door iets niks vinden heen.