Elk tijdperk herneemt iets uit een vorig.

Google doet me denken aan een kloosterorde, een groep mannen en vrouwen verenigd omtrent een gemeenschappelijke geloofsopvatting en kloosterregel waaraan zij gebonden zijn, een lichtpunt in de Middeleeuwen. De regel: to organize the world’s information and make it universally accessible and useful.

Een orde, omdat ze het schept.
Een klooster omdat ze het werk van monniken verricht.
Google kopieert de werkelijheid.
Het werk in een kloostertuin is nooit gedaan, steeds opnieuw zie ik autootjes door de straten rijden.

Google dematerialiseert teksten, huizen, wegen, straten, mensen, maakt ze vederlicht, sneller dan het licht. Ik klik op Google Maps en zie het vakantiehuisje in Friesland waar haar zus logeert. Dat zoiets kan – kijken op afstand – is logisch, een gerealiseerde missie. Mijn ex staat op een kruispunt verderop, in een jas die ik uit duizenden herken. Mijn moeder in de deuropening van het ouderlijk huis, met een schort voor. Mijn vingers bewegen minder snel over het toetsenbord dan mijn ogen en mijn brein langs het scherm schieten. Alles is licht, snel, data.

Google beschouw ik als van een compleet andere orde dan Facebook, Instagram, Whatsapp en Twitter, die het anno 2020 moeten hebben van geschreeuw, opwinding, moral outrage (Will Storr, Selfie). Google organiseert geen mensen, is niet sociaal, duwt me geen tijdlijn onder de neus die me wil verwarren, propt me niet vol als een gans, onderbreekt me niet met narcistische persoonlijkheden. Ze verbindt geen mensen, ze verbindt data.

Werden monniken slimmer toen ze teksten kopieerden? 

Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?

De Vlaamse monnik probeerde zijn aangescherpte ganzeveer uit, vertelt Google, niet Facebook, want daar kan ik niks terugvinden.

Oh, Britania!

Ik volg Google, doe haar na, typ stukken tekst uit books.google.com over, beweeg mijn vingers over het toetsenbord, bouw aan een kathedraal van data, pure thought, an extension of the mind, nou ja, een klein kapelleke, ergens in het grasveld zoals ik ooit een kleine kapel zag in een Duitse wei (Bruder Klaus Bapelle) nadat ik een foto van een gat zag waar ik naartoe wilde, – en Google bracht me daar.

Kennis verzamelen is een manier om met het onbekende om te gaan, om chaos de baas te zijn, om het voortdurende ontstaan even stop te zetten. Een kloosterorde heet niet voor niets kloosterorde, en niet kloosterchaos.

Google is de orde waarin ik ben toegetreden. I just love YouTube, de op een na grootste zoekmachine van het web.

Uit het klooster kwamen de klooster- en kathedraalscholen voort, dat werden universiteiten. Larry Page en Sergey Brin studeerden aan de Universiteit van Stanford.

True Voyage is in the return.

«