Ik denk dat de werkelijkheid bestaat. Preciezer: ik denk dat de werkelijkheid buiten mijn voorstelling ervan bestaat. (Ik ben niet filosofisch geschoold.) Zij bestaat. Terwijl ik slaap is het gras gegroeid. Terwijl ik televisie kijk is het mereljong in de heg aangepikt door de ekster. Soms denk ik het tegenovergestelde van de onderliggende kwestie: dat de werkelijkheid bestaat – en ik niet. Mensen zien me over het hoofd in de rij bij de kassa van de winkel, mensen beantwoorden mail niet, mensen schrijven dingen over me in officiële rapporten waarin ik mezelf niet herken. Ik besta niet. Half. Raar. Het zou zomaar kunnen dat wat in mijn hoofd zit – hoe graag ik ook wil, hoe ik ook probeer – helemaal niet op papier terechtkomt.