In het verhaal De kaartenmakers van J.M.A. Biesheuvel ontvangen Carl Carlson en Nyls Nylson van ene Nwaak een perfecte globe, een bol met een diameter van 60 centimeter, zeer gedetailleerd, het perfecte prototype, ‘de moeder van de aarde’. Met een verrekijker die duizendmaal en een microscoop die zesduizend maal vergroot kunnen de twee mannen alles op aarde zien en volgen. En ingrijpen. Met een theelepeltje kunnen ze een schip in nood uit de oceaan scheppen. Nyls Nylson schrikt terug voor die almacht. Toevallig geschud met de globe leidt tot rampzalige aardbevingen, met honderdduizenden doden tot gevolg. Nyls twijfel om in te grijpen, turend naar de oceaan, en de beslissing om dat niet te doen, blijkt Carl later noodlottig. Op zoek naar Nwaak, raakt Carl in een storm verzeild en verdrinkt. Nyls wordt nooit meer de oude. Zijn leven en droom zijn voorbij. Hij zoekt een baan als horlogemaker. Alle informatie tot je beschikking, de wereld één webcam, is het probleem niet.