Robbert Dijkgraaf vertelt over de oerknal en het ontstaan van het universum (het grote). Hij vertelt over de snaartheorie en onzekerheid (het kleine). Hij vertelt hoe wij afstevenen op een kil, koud, eenzaam einde, op niets (uitdijend heelal). En hij vertelt hoe wonderbaarlijk het is dat wij dit verhaal vertellen. ‘Wij zijn het oog, het oor en de mond van het universum.’ In korte tijd, amper 400 jaar, is dat de mens gelukt. Vanaf het moment dat Galileo als één van de eersten door een telescoop naar de hemel keek. De ster van Bethlehem was waarschijnlijk een supernova die afging (kosmisch vuurwerk van een exploderende ster). Wetenschap is de voortzetting van het vertellen van het scheppingsverhaal met andere middelen (waarneming, experiment). – De oerknal, Robbert Dijkgraaf, vijfde Paradisolezing, Verstegen & Stigter