‘Augustinus zegt: Het is mij duidelijk en helder dat toekomst en verleden niet bestaan. Men drukt zich niet juist uit, als men zegt, dat er drie tijden zijn, verleden, heden en toekomst, maar men moest liever zeggen, dat er drie tijden zijn, de tegenwoordige tijd van het verleden, de tegenwoordige tijd van het tegenwoordige en de tegenwoordige tijd van het toekomstige. Want er zijn drie in de geest, maar elders zie ik ze niet.’ – Verzameld werk, Essays, C.O. Jellema