Alleen om te kijken. Alleen om wat rond te lopen. Ik voel me zorgeloos. Ik heb niets speciaals op het oog. Er zijn veel van zulke plaatsen. Een veld, een plein, een overdekte straat, een tuighuis, een parkeerterrein, een pier. Dit zou overal kunnen zijn, maar het is toevallig hier. Waarom naar binnen gaan? Het zou kunnen gebeuren, ik zou iets kunnen zien, ik zou het kunnen begeren. Ik zou kunnen ontdekken dat het hier niet is. Ik zeg tegen mezelf wat ik graag wil horen. Ik kijk. Ik ga na wat er op de wereld is. Begeerte leidt me. Ik ga naar binnen. – De vulkaanminnaar, Susan Sontag & Heleen ten Holt