De wereld veranderde; maar zoals altijd was het een verandering aan de oppervlakte, want de mensen houden in wezen steeds dezelfde zorgen.

Je moet de samenhang zoeken, zegt ze. Mijn leven lijkt plots een samenzwering waarvan ik als enige niet op de hoogte ben.
Tussen wat je denkt, voelt en doet.
En de gevolgen daarvan.
Ze heeft een citaat van Franciscus van Assisi uit het hoofd geleerd, een mooie manier om iets wat bijna gedoofd is brandende te houden, of dooft opnieuw brandend te krijgen. Ik zou willen dat ik citaten onthield, ik moet ze opschrijven, ben ze een seconde later vergeten, jammer, in gesprekken heb je er dan niks aan.
Ze zoekt naar woorden: geef me de moed om te veranderen wat ik kan veranderen, de wijsheid om te accepteren wat ik niet kan veranderen en het inzicht om het verschil tussen beide te zien.
Als ik de volgende dag bij Neef Louis sta, omringd door duizend stoelen, honderd tafels en tweehonderd lampen zegt een vriendin ‘je kunt hier niks ontdekken, het is er allemaal al.’
Terwijl zij koffie koopt en slagroom en haar hondje die van haar vinger laat likken valt mijn oog op een boek: Franciscus, een biografie geschreven door Julien Green, voor wie het volgens de achterflap een wonder is dat een zo levenslustige jongeman met zoveel gevoel voor iedere manifestatie van aardse schoonheid, de arme, il Poverello, kon worden, iemand die bij alles zijn afkeer behield van alle zwaarwichtigheid en somberheid, van de treurigheid en de tobberigheid over de dag van morgen. Nieuwsgierig naar de invulling van die twee woorden, bij alles, koop ik het. De gevolgen: bed, bank, wachten op iets, boek. – Franciscus, Julien Green (vert. Ton van der Stap)