Ik sta met de rug tegen de muur. Aan de overkant drie piepkleine dansers. Ik kan ze nauwelijks ontwaren. Een betonnen vlakte ligt tussen ons in. Ze lopen op ons af. Onderweg vallen ze. Ze staan op. Rennen. Eerst langzaam, dan sneller. Ze botsen, de middelste precies waar ik sta. Haar handen steunen aan weerszijden van mijn lichaam tegen de muur. Onderarm vol schaafwonden (pleister). Ik sta vastgeklemd. Worstel me onder haar vandaan. Ik zou me wel willen laten omhelzen, eeuwig in haar greep staan, maar zoiets (kunst, bedoel ik) schiet altijd tekort, je wil meer, samen oud worden, stoppen met dit werk, kneuzingen liefdevol verzorgen, vier kinderen, een hypotheek. In de sprint die ze trok, de bijnabotsing, wist ze het fotocameraatje dat tussen mijn voeten op het beton stond handig te ontwijken. Professional die speelt met gevoelens. Ik heb nu een filmpje. – NDSM-werf, Amsterdam, Over het IJ festival (7 t/m 17 juli)