Erik van den Berg deelt op 8 augustus 2018 (15:20) op het web een fragment uit het dagboek van Michihiko Hachiya, arts, overlevende van Hiroshima, die na het vallen van de bom, van 6 augustus tot en met 30 september, een dagboek bijhoudt. Hij weet niet wat hem overkomen is.

Hiroshima, 9 augustus 1945

Een ernstig zieke man klaagde gisteren over een pijnlijke mond en vandaag waren talloze bloeduitstortingen onder zijn huid te zien. Zijn geval was nog raadselachtiger, omdat hij toen hij naar het ziekenhuis kwam, alleen klaagde over misselijkheid.

Ik kon verklaren dat ik geen ­explosie gehoord had, toen wij ­gebombardeerd werden en ik kan me ook niet herinneren enig ander geluid te hebben gehoord, ­terwijl toch de huizen om mij heen instortten. Het leek alsof ik gedwaald had door een zwijgende film.

Anderen wie ik er naar vroeg, hadden dezelfde ervaring. Het feit, dat ik noch een ander een ­ontploffing gehoord had, kon men slechts verklaren uit een plotselinge verandering in de luchtdruk die iedereen tijdelijk doof maakte. En kon dit ook niet de oorzaak van de bloeduitstortingen zijn? Daar alle boeken en tijdschriften verbrand waren, was er geen andere manier om mijn theorieën te bevestigen dan door verder onderzoek van de patiënten.

Daarom werd dr Katsube gevraagd op alles te letten als hij zijn rondgang door de zalen maakte. Ik liet geen gelegenheid voorbijgaan, iedereen, die me bezocht, te vragen naar het bombardement. De antwoorden waren vaag, maar op één punt stemden ze overeen: er was een nieuw wapen gebruikt. Wat het nieuwe wapen was, werd een brandende vraag. (vert. J. Landooy)

[Iets (niet) weten omdat je het waarneemt, niet omdat je erover hoort of leest; ervaren, getuigen; de ooggetuigenis, het geweten der woorden. De poëtische methode lijkt op de wetenschappelijke, lees ik bij Ezra Pound. Hiroshima diary, Michihiko Hachiya, An eyewitness account of life in Hiroshima during and after the bombing. Op de knop gedrukt.]