Iets geks gezien. Een scherm opgesteld in de ruimte. Op het scherm een klein figuurtje, dat rondjes draait, in het midden van het scherm. We moesten wachten. We keken naar het figuurtje, een soort spinning wheel van Apple. Users encounter the wheel any time the computer must pause for a few seconds to consider the next command or action. Toen iedereen in de zaal zat kon de voorstelling beginnen. Het figuurtje, een regelmatig, geometrisch vormpje, draaiend om zijn as, bleek het bovenaanzicht van vier naakte lichaampjes, heel ver uitgezoomd, geprojecteerd op het scherm, maar dat wist ik toen nog niet, al had ik een vermoeden, omdat ik promotiemateriaal had gezien: vier naakte vrouwen, die naaktheid was waarom ik geïnteresseerd was in de voorstelling, waarom ik graag wilde gaan kijken, toen D. me uitnodigde.

Vier meisjes kwamen binnen, kleedden zich uit, gingen achter het scherm staan. Je keek naar hen, ze kronkelden op de vloer, ze bewogen, traag, soms sneller, en je keek naar het bovenaanzicht van hen, op het scherm waar ze achter stonden. Eerst dacht ik dat er sprake was van een bewuste versluiering van hun naaktheid, een soort preutsheid, een bescherming tegen mijn blik, en om mij te straffen, maar dat was niet zo, of, Keren Levi had voorzien dat er kijktypes als ik in de zaal zaten. De vier kwamen al snel hun naaktheid tonen vóór het scherm, duchtbij. Hebben we dat gehad, kunnen we nu beginnen. Daarna maakten hun lijven kaleidoscopische beelden, door draaiing ontstonden telkens regelmatige figuren, het leek wel wat op schoonzwemmen. Het beeld werd abstract. Soms zag je de geometrie op het scherm, soms de werkelijke lijven, erdoorheen.

Het duizelde. Ik moest denken aan de duizeling die ontstaat maar waar we ons niet van bewust zijn omdat we voortdurend op schermpjes kijken – waar zijn we als we tegelijk hier zijn en ergens anders? Ik dacht aan dronepiloten die in Amerika naar kantoor gaan, een computerspelletje spelen, op hun scherm stipjes zien, op een knop drukken, en in Afghanistan mensen doden (Douglas Rushkoff, The Present Shock), maar het gekke en bijzondere was dat het digifrene in deze theaterzaal in één werkelijke situatie gevangen was: de vier meisjes stonden hier, en het scherm (de abstractie, het bovenaanzicht) was ook hier. De constructie was duidelijk. We zagen hoe het zat en toch kon onze geest het af en toe niet volgen. Dan won de perceptie, die iets anders voorschotelde, iets esthetisch.