Televisie is fictie. Ik vergeet dat steeds. Dan zegt iemand vriendelijk ‘tot morgen’ en dan ben ik er morgen inderdaad, en kijk ik naar een man of vrouw die tegen me praat en dan twijfel ik er geen seconde aan dat hij of zij echt is. Behalve soms. Dan toont televisie ineens haar ware, surreële aard. Dan ligt er sneeuw op straat in mei of dragen mensen dikke, wollen truien in juni. Heeft iemand die beelden te laat ontdooid. Alsof je ineens naar het doorprikken van televisie zelf kijkt.