Ik heb mij ermee verzoend dat ik alleen moet zijn, dat dit verstilde, geconcentreerde bestaan mijn lot is. Er zal over enige tijd ongetwijfeld weer een opstand (met alle gevolgen) komen, maar voorlopig is de rust weergekeerd. Het is moeilijk te aanvaarden dat ik besta om te schrijven en niet om gelukkig te zijn. Maar zodra ik het aanvaard ben ik tamelijk gelukkig. Zo ligt het ongeveer. Wat zwaar is, is dat je zoveel aandacht en liefde aan een abstractie moet geven, zonder dat je troost vindt in het contact met een lichaam of het horen van een vriendelijk woord. – Laurie Langenbach, Brieven, dagboeken en een geheime liefde