Ik luister naar een podcast waarin iemand Caroline Myss vraagt of de ideale wereld ooit komt terwijl ik mijn slakken aan de andere kant van de tuin probeer te krijgen door hun schuilplaats, een stapel dakpannen, te verplaatsen naar een plek waar de nieuwe bloemen en planten niet staan. Ze is een realist, zegt ze, die wereld komt er niet. Er zal altijd strijd zijn. Het kwaad zit in de mens. De ‘fossil people’ zullen de huidige wereld koste wat kost verdedigen, zij die huizen bouwen, auto’s rijden, in jacuzzi’s zitten, flatscreens aan de muur hebben hangen, verslaafd aan fossiele brandstoffen. Het beste wat je kan doen is vlees worden wat je weet (in het Engels klinkt dat beter). Absorbeer donkerte, op die minieme schaal ben je aan het werk, zegt ze. Ik raak altijd optimistisch als ik Myss hoor, vanwege haar realisme, dat verschilt van dat van Ursula K. Le Guin, die die realiteit wil oprekken (we’ll need ‘realists of another reality’). Myss heeft het over handelen. Act. Gaat er niet komen de ideale wereld, maar als licht niet af en toe zou winnen waren we al verdwenen. Draag the invisible cloak, zegt ze. Myss wilde fictieschrijver worden, Le Guin werd dat.