De Mechanische Turk was een machine die kon schaken (1770). In de machine zat een mens. Een goede schaker, klein postuur, geen last van claustrofobie, een ijzig kalm slangemens, met een bepaalde mate van intelligentie en een schaakboek op schoot met alle zetten ooit gedaan. Misschien was er een leeslampje. Bronnen reppen van zes kaarsen, van verschillende lengte. De Mechanische Turk won bijna elke schaakwedstrijd. De machine was een enorm succes, maakte een tournee door Europa en belandde uiteindelijk in Amerika, waar – zo besluit de encyclopedie die ik raadpleeg – Edgar Allen Poe een essay schreef, Maelzel’s Chess-Player (1836). Ik moest meteen denken aan de filosoof die zei dat we naar de maan zijn gegaan zodat we iets hadden om op televisie uit te zenden. Tweede zin uit het essay van Poe: Wherever seen it has been an object of intense curiosity, to all persons who think.

Ik zit verborgen in een kelder in Amsterdam Noord. Er is geen licht, behalve dat van het beeldscherm. Ik meld me aan als Mechanical Turk. Ik krijg een worker ID. Een lijst taken verschijnt. Overeenkomst tussen die taken: er is menselijke intelligentie vereist om ze uit te voeren. Een visitekaartje overtypen voor 2 dollarcent, op een link klikken voor 1 dollarcent, een commentaar toevoegen onder een blogpost voor 1 dollarcent (inclusief een verwijzing naar een website die medische producten verkoopt). Ik beland in de krochten van internet. Mijn wanhoop is niet groot genoeg. Plots zie ik een taak die me bevalt: verzin vijf omschrijvingen voor het woord ‘diaper changer’. Als ik de taak accepteer, heb ik 10 minuten om hem uit te voeren. Ik ben uitgeput, ik heb 15 dollarcent verdiend, al is dat niet zeker, de aanbieder gaat beoordelen of de taak goed is uitgevoerd. Ik weet nu hoe de schaker in de machine zich voelt: angst voor ontmaskering. Eén troost, gebeurtenissen blijven nodig om encyclopedieën en essays te vullen, om sprookjes en verhalen te schrijven.