De computer valt in slaap, hij haalt rustig adem, een pulserend lichtje zwelt aan, dooft uit – net als de op- en neergaande buik van de kat die er vredig naast ligt. Perfect world. Ik vergeet steeds dat het er daarbinnen hardhandig aan toegaat. Ergens in een kluis in Amerika ligt het patent van wat de computerfabrikant een ‘Breathing Status LED Indicator’ noemt, een lampje dat niet is bedacht door ingenieurs maar door psychologen (Seductive interaction design, Stephen P. Anderson). Het lampje ‘mimics the rythm of breathing which is psychological appealing‘. Ik kan rustig in slaap vallen, onder het wakend oog van psychologen, op weg naar wat Piet Meeuse ‘probleemloos functioneren’ noemt. Psychologisch aantrekkelijk is de gemiddelde ademhaling van een volwassen mens, met een frequentie ergens tussen de 12 en 20 ademhalingen per minuut. Ik ben dol op het lampje, dol op de kat. Ze staan nergens symbool voor.